Het Sint Maartensfeest vierden we bij Ygdrasil op 11 November en bijna zoals het hoort door weer en wind, in kou en regen. En al viel dat laatste mee het was weer een flinke tocht door de Wijhese Langstraat om alle warme plekken te bezoeken. Daar waar vroeger de bedelaar een stuk van de cape kreeg van Sint Maarten die langskwam op zijn paard, daar werd met ons allemaal het lekkers gedeeld wat elke locatie, waar we verwacht werden, had gemaakt.
We aten soep bij het Langhuus, schoven aan bij GAAV voor heerlijke wafels en smulden van het fruit en het verhaal bij “Bij de Boom”.
Dit keer waren ook alle direct betrokken belangstellenden uitgenodigd deze gezellige middag met ons te komen delen, de zogenaamde “belangstellendendag”. Een samenzijn van cliënten, ouders, familie, verzorgers en alle medewerkers van Ygdrasil, waarin informeel samenzijn en bijkletsen centraal staat. Als je zo iedereen samen ziet zijn we een flinke groep mensen die ieder voor zich op zijn eigen manier deel uit maakt van Ygdrasil.
Als we ons later op de avond weer verspreiden en naar onze eigen huizen trekken dan is de kleinschaligheid weer voelbaar en is het fijn om weer te beseffen dat we in vergelijking met de zwerver in het Sint Maartensverhaal een heerlijke warme woonplek hebben.
Voor mensen die het Sint Maartensverhaal wat beter willen kennen en de essentie van delen en samenzijn wil lezen :
Oorsprong Sint Maartensfeest:
Wie is het en hoe is deze feestdag ontstaan? Daarvoor gaan we terug naar het jaar 316. De Hongaarse Martinus van Tours (Sint Maarten) werd geboren als de zoon van een rijke koopman. Op 15-jarige leeftijd was hij soldaat in het Romeinse leger en besloot te strijden in Frankrijk.
Op een dag reed Maarten met een groepje soldaten naar een grote stad. Het was koud en mistig. Maarten had zijn lange mantel goed om zich heen geslagen. Zo had hij het heerlijk warm. Ze hadden haast, want ze wilden voor donker binnen de stadsmuren zijn.
Toen ze bij de stadspoort aankwamen, stapte er plotseling een man op hem af. Hij had geen schoenen, geen jas en geen sokken aan. De arme, oude man vroeg om een kleine gift. Sint Maarten had helaas geen geld bij zich, maar wilde de man toch wat geven. Aangezien de man geen kleding droeg, sneed Sint Maarten een stuk van zijn mantel af.
Omdat hij als soldaat zonder mantel niet de poorten binnen zou komen en de helft van de mantel eigendom was van Rome, gaf hij de helft aan de oude man in kwestie. Zo kreeg de beste man toch iets en kon hij zich kleden tegen de kou.